Differential Scanning Calorimetrie (DSC) wordt gebruikt om voor kunststoffen o.a. de glasovergangstemperatuur, smeltpunt en de kristallisatietemperatuur te bepalen.
Doel
DSC (differential scanning calorimetry) wordt vooral gebruikt voor de bepaling van:
In combinatie met een FTIR analyse kan een DSC opname worden gebruikt om bepaalde type materialen te identificeren. DSC is tevens een geschikte techniek om plastic materialen of harsen te controleren op vervuilingen welke met FTIR niet te zien zijn.
Procedure*
De DSC apparatuur bevat naast elkaar gelegen, gelijke compartimenten voor monster en referentie. Het referentie compartiment bevat een leeg, gesloten aluminium pannetje. In het monster compartimenten wordt eenzelfde gesloten aluminium pannetje geplaatst, gevuld met 10-15 mg monster.
Het monster wordt met een gecontroleerde snelheid verwarmd. Er wordt een grafiek weergegeven waarin de warmtetoevoer tegen de temperatuur wordt uitgezet. De verkregen thermische scan wordt vervolgens geanalyseerd. De snelheid waarmee een monster wordt verwarmd volgens ASTM norm is 10°C/minuut voor bepaling van een smeltpunt (Tm) en 20°C/minuut voor de glasovergangstemperatuur (Tg). De ISO verwarmsnelheid is 20°C/minuut.
Relevante normen: ASTM D3418, ASTM E1356 en ISO 11357
*Dit is een algemene beschrijving, bedoeld om een beeld van de test te krijgen. Neemt u contact met ons op via de gegevens op deze pagina voor meer informatie.
Vanwege copyright beperkingen is het niet mogelijk kopieën van standaarden te verstrekken. Standaarden kunnen worden verkregen via de desbetreffende instellingen.
Need help or have a question?